daslist
Tot de 5de generatie.
Maritgien Hendricks van Rensselaer, geboren in 1587, Hasselt, gestorven op 12 maart 1651, Nijkerk,
begraven op 12 maart 1651, Nijkerk
(leeftijd bij overlijden: 64 jaar oud) [Aantekening 1]
...
gehuwd op 14 juli 1605, Nijkerk, met ...
...
Ryckert Wolters van Twiller, Veldgraaf Appelervelt, geboren in 1581, Nijkerk, gestorven tussen 1640 en 1644, Regent weeshuis Nijkerk 1638 [Aantekening 2]
...
zoon
van Wolter Gysberts van (II) Twiller, Naam- en Wapenvoerder 1548-1585 en
Alijdt Ryckertsd van Wenckum
, hieruit :
Totaal : 51 personen, (echtgenoten weggelaten = 18)
23-02-1651 een kindt van Dirck Beertsz
22-L 01-03-1651 Lijsgen, Willem Lubbertsz dochter
08-03-1651 een kindt van Jan Claesz
09-03-1651 Peter Reijnersz op de Schillingh
12-03-1651 Marritgen van Renseler
13-03-1651 een kindt van Arent Abrahamsz
Na zijn broer Amelis kreeg Ryckert de functie van "Veldgraaf van het Appelervelt"
De functies werd door de schoonzoons van Amelis, de Tulleckens, en van Twillers onder elkaar verdeeld.
Ryckert kreeg in totaal 12 kinderen (bun historial juli 1995)
Ryckert was wapenvoerder Hij was één van de stichters van het Weeshuis. Dit weeshuis werd uit barmhartigheid gesticht door de zg. Nijkerker Amtsjonkers. Het weeshuis was hard nodig door het groot aantal wezen als gevolg van twee pest-epidemieën die Nijkerk troffen.
25-9-1636: (vertaald) “In den naem des Heeren desen 25sten September 1636 in Amsterdam.” Aldus vangt de brief aan van Kiliaen van Rensselaer aan zijn neef Wouter van Twiller te Nieuw-Amsterdam. “Wij zijn hier ook – God zij geprezen – nog goed in orde.. . . . Uw vader, moeder, broeders en zusters te Nieukerck waren Donderdag laatstleden ook nog goed gezond; maar de toestand te “Nieukerck” is door het hevige heersenen der pest zeer treurig. Reeds zijn daar 700 personen gestorven en weinig huizen zijn vrij. Moge de Heere hen verder bewaren; echter houdt het niet op, maar vermeerdert dagelijks. Onze schoonbroeder Willem van Wely en zijne vrouw Anna ten Hoof zijn beiden er aan overleden. Het wordt hier ook zeer hevig; meer dan 600 in ene week. Menig bekende is reeds gestorven, maar ons en mijn moeders huishouden zijn, God zij geloofd, nog gezond. De Heere schenke, wat Zijn heiligen wil behage, voor ons behoud in leven en in sterven, Amen.” (Mr. A. J. F. van Laer, Van Rensselaer Bowier, Manuscripts, Albany N. Y. 1908, blz. 319), ([BM Gelre] 3 (1909);.
Rijkers was voogd voor Arent van Corler (de zoon van de nicht van zijn vrouw) (bowier manuscripts pg 403)
Rijkers wapen is links boven op het Weeshuis schilderij afgebeeld daar hij als regent ten tijde van het schilderen reeds was overleden.
DNL 1940 kol 61. Wolter Wulfferts van Hennekeler handelende in compagnie met Rycket van Twiller e.a.)
Gem Nijkerk dhr van Doren / v.d. Kragt. Ryckert wonde met ijn gezien p Kayebeck, later Kwaebeek, tegenwoordig de Spoorstraat.
Wouter van Twiller (Nijkerk, 22 mei 1606 – 1654, begraven Amsterdam, 29 augustus 1654]) was van 1633 tot 1638 directeur generaal van Nieuw-Nederland.
Wouter van Twiller werd geboren te Nijkerk als zoon van Rijckert van Twiller en Maria van Rensselaer. Hij was aanvankelijk klerk van de West-Indische Compagnie (WIC). In 1633 werd hij op 27-jarige leeftijd tot directeur van Nieuw-Nederland benoemd, als opvolger van Bastiaen Jansz. Krol. Van Twiller vertrok met het schip Soutbergh samen met zijn oude schoolkameraad Jacobus van Corlaer, naar de Nieuwe Wereld.
Van Twiller raakte meteen na aankomst in conflict met de predikant, Everardus Bogardus, en met de fiscaal, Lubbert van Dincklagen, over de manier waarop de kolonie bestuurd moest worden.
Hij kwam ook in aanvaring met David Pietersz. de Vries, die zijn gebrek aan ervaring en leiderschap laakte. De Vries uitte zijn mening in een nogal ongunstig verslag in zijn Korte Historiael, dat in 1655 verscheen, en dat Van Twillers reputatie sindsdien bepaald heeft. Ten onrechte. Van Twillers verzet tegen de Engelse pogingen om de Connecticut en de Delaware Rivier over te nemen was volledig in overeenkomst met de opdrachten van de WIC van dat moment. Hoewel onder zijn bewind de pelshandel toenam, werd hij per september 1637 van zijn post ontheven. Hij werd opgevolgd door Willem Kieft.
Van Twiller keerde in juli 1638 terug naar Nederland, waar hij voornamelijk in Amsterdam woonde. Zijn betrokkenheid met Nieuw-Nederland zette hij voort via zijn eigen handel en als voogd over de nalatenschap van zijn oom, Kiliaen van Rensselaer.
Wouter stierf voor zover bekend kinderloos
Wouter van Twiller (Nijkerk, 22 mei 1606 - 1654), begraven Amsterdam, 29 augustus 1654) was van 1633 tot 1638 directeur van Nieuw-Nederland. Van Twiller werd geboren te Nijkerk als zoon van Rickert van Twiller en Maria van Rensselaer. Hij was aanvankelijk klerk van de West-Indische Compagnie (WIC). In 1633 werd hij op 27-jarige leeftijd tot directeur van Nieuw-Nederland benoemd, als opvolger van Bastiaen Jansz. Krol. Van Twiller vertrok met het schip Soutberg naar de Nieuwe Wereld. Van Twiller raakte meteen na aankomst in conflict met de predikant, Everardus Bogardus, en met de fiscaal, Lubbert van Dincklagen, over de manier waarop de kolonie bestuurd moest worden. Hij kwam ook in aanvaring met David Pietersz. de Vries, die zijn gebrek aan ervaring en leiderschap laakte. De Vries uitte zijn mening in een nogal ongunstig verslag in zijn Korte Historiael, dat in 1655 verscheen, en dat Van Twillers reputatie sindsdien bepaald heeft. Ten onrechte. Van Twillers verzet tegen de Engelse pogingen om de Connecticut en de Delaware Rivier over te nemen was zo sterk als de kracht van Nieuw-Nederland op dat moment toeliet. Hoewel onder zijn bewind de pelshandel toenam, werd hij per september 1637 van zijn post ontheven. Hij werd opgevolgd door Willem Kieft. Van Twiller keerde in juli 1638 terug naar Nederland, waar hij voornamelijk in Amsterdam woonde. Zijn betrokkenheid met Nieuw-Nederland zette hij voort via zijn eigen handel en als voogd over de nalatenschap van zijn oom, Kiliaen van Rensselaer. Wouter stierf voor zover bekend kinderloos
Data compiled by Udo Momma. e-mail Udo.Momma@t-online.de
Heirat mit Wouter van Twiller gem DTB 458/34(1) aus Amsterdam. Zeugin war ihre Mutter Magdalena Momma.
Beerdigung: Nieuwe Kerk DTB 1055-169
V-a Maria Momma was born in 1610 in Aachen Duitsland, daughter of Fauken Volquin Momma (see IV (blz.4) ) and Magdalena Momma Hansen Maria died in 1666 in Amsterdam, at the age of ± 56 year years old [source: http://www.mumma.org/cgi-bin/cgiwrap/dmumma/igmget.cgi/n=mumma?I58683]. She was buried on donderdag September 9, 1666 in Amsterdam Nieuwe Kerk. At about the age of 21 Years old, Maria married Wouter van ((Governor van Nieuw Amsterdam)) Twiller, at the age of about 25, around zaterdag November 15, 1631 in Amsterdam [source: Ondertrouwregister Amsterdam NL-SAA-26397865]. (Governor van Nieuw Amsterdam) was born in May 1606 in Nijkerk, son of Ryckert Wolters van Twiller and Maritgien Hendricks van Rensselaer. He was baptised on maandag May 22, 1606 in Nijkerk [source: GA toeg 0176 inv 1135 pag89]. Occupation: WIC (2e) directeur van New Amsterdam van 1633 tot 1638. (Governor van Nieuw Amsterdam) died on zaterdag August 29, 1654 in Amsterdam, at the age of 48 years old [source: wvt]. He was buried in Amsterdam.
Volgens een brief van Kiliaen van Rensselaer van 16 maaart 1643 aan Oloff Stevensen ware Wouter en Maria 3 maanden eerder getrouwd. (Bowier scrpts blz 655)
VVG Publicatie 27, huwelijksdispensatien in Gelderland 1617 - 1775
H. 1697- 6-12.Hendrik van] Blankenhoef en Petronella van Twiller, zusters en broederskinderen. (Nijkerk) (NEEF EN NICHT), blijkbaar was Hendriks vader gehuwd met een van Twiller)
Transportregisters in het oud rechterlijk archief
Inventarisnummer 436-20 Datum 1646-05-08 Verkoper Willem van Blanckenhoeff en Aeltgen van Twiller, echtelieden te Nijckerck. Koper 'T Arme Weeshuijs. Omschrijving de helft van 'n huis en camer daarachter, met de hof en hofstede op de Achtercamp, waarvan het weeshuis de andere helft bezit. Belending 1 aan de ene zijde Claes Henricsz Cremer. Belending 2 aan de andere zijde Gijsbert van Lielaer. Belending 3 achter: Godschalck Pelen.
Inventarisnummer 436-19 Datum 1641-04-06 Verkoper Willem van Blankenhoeft wonende te Nijkerk en zijn vrouw Aeltgen van Twiller (?) Koper Sander Arisz en zijn vrouw Sijtgen Jans Omschrijving huis in het straatje achter de brouwerij van Evert Simonsz Velsen met de hof daarachter nagelaten door Willem Henricxz © 2008 Archief Eemland
Trouwboek Putten (1597 - 1665)
den 2 Febr.
D. Joannes Carolinus, bedienaer des Godd. Woorts tot Nieukerck
Joffer Engele van Twiller, z. Richart van Twillers dr.
van Nieukerck.
Conf. a me den 23 Febr.
24-06-1669 Kael Aertsens kindt van ?sepool
75-R 03-07-1669 Gert Supes
03-07-1669 Melis Gerritsen sijen dochter
08-07-1669 Domeni Carlinius, predekant tot Nijkerck
08-07-1669 Gerrit Prins sijn kindt
14-07-1669 Hendrick Schudder sin dochter Mechtelt
14-07-1669 Domene Carlinius sijn frouw Engel van Twiller, ijs ijnde craem gestorven, ende haer kindt inden armen genomen
Engele van Twiller, v. Nijkerk, otr. Putten/Nijkerk 2/23-2-1662, tr. Putten 23-02-1662 Ds. Johannes Carolinus, geb. Barneveld 20-04-1635, student theologie Franeker 1654, predikant te Nijkerk
1658-1669, begr. Nijkerk 14-07-1669, zn. van Godefridus Carolus/Carolinus, predikant te Barneveld
1634-1645, later te Putten 1645-1665, later wnd. te Harderwijk 1665, en Geertruijt Hattemia.
24-06-1669 Kael Aertsens kindt van ?sepool
75-R 03-07-1669 Gert Supes
03-07-1669 Melis Gerritsen sijen dochter
08-07-1669 Domeni Carlinius, predekant tot Nijkerck
08-07-1669 Gerrit Prins sijn kindt
14-07-1669 Hendrick Schudder sin dochter Mechtelt
14-07-1669 Domene Carlinius sijn frouw Engel van Twiller, ijs ijnde craem gestorven, ende haer kindt inden armen genomen
VVG genealogie fragmenten
Richard(us) Carolinus, ged. Nijkerk 09-12-1666, student theologie Universiteit Leiden 1690, predikant te Voorthuizen 1697, j.m. v. Voorthuizen 1698, begr. Voorthuizen 1708, otr. Harderwijk (attest. n. Voorthuizen) 23-10-1698, tr. Voorthuizen 13-11-1698 Aeltie Apeldoorn, geb. Harderwijk, j.d. v. Harderwijk 1698, overl. ald. 1718, dr. van Jan Francken Apeldoorn, schipper, wedn. v. Harderwijk 1680, en Gerretie Peters Parck, dr. v. Peter Rycksen Parck en Marie Hendricks Schalcker. - 17-1-1680: Aen desen Wel. Ed. Hove van Gelderlant. Gebiedende Heeren, Vertoont seer reverentelyck Hermannus Duystermars, als Oom en Momber van Richardus Carolinus onmondige Soon van zall. Dn. Johannes Carolinus in leven Predikant tot Nykerck, dat den Supplt. van Richard van Nulde eenige erffgenaem van sijn zall. moeder Gerarda van Twiller en vervolgens Collator van de Vicarie genaemt Heer Abels Vicarie, by occasie van het avancement van Hermannus van Holthe tot het tweede Schoolmeesterschap, geobtineert heeft de collatie van de voorsz. vicarie voor den gemelten Richardus Carolinus, als uyt annexe beteyckende acte van collatie is te sien, welcken onmundigen Soon vermits niet alleenlyck effectivelyck in studiis word opgequeeckt verstant, memorie en yver boven sijne Condiscipulen, en tegenwoordig tegens yders opinie al in die derde Classe geavanceert, en daerom grootelycks dit beneficie meriterende is, als uyt annexe attestatie is te sien; soo versoeckt by Suppl. q.q. leer reverentelyck U Wel Ed. en W. brieven van institutie off investiture tot voorsz. Vicarie. Ende vermits Supplt. in ervaeringe is gekomen, dat wegens gemelten Hermannus van Holthe aen U Wel Ed. en W. Reqte. is gerpesenteert ten fine van continuatie in´t genot der voorsz. Vicarie, onder pretext als of het voorsz. avancement maer alleen soude sijn by provisie, soo word wegens Supplt. versocht, dat U Wel Ed. en W. daer op geen reguard believen te nemen; vermits Supplt. versekert is, dat den gemelten Hermannus van Holthe voor altoos in sijne bedieningen sal blyven continueren, en dat de woorden van provisie alleen pro forma daer by gevoegt sijn; Daer beneven indien het onvermoedelyck mogte gebeuren, dat gemelte Hermannus van Holthe in die bedieninge niet bleeff continueren in sulcken val presenteert Supplt. , q.q. de voorsz. Vicarie weder aen denselvenin te ruymen; en vertrouwt de Supplt dat U wel Wel Ed en W. billyck en redely sullen oordelen, dat terwyl Hermannus van Holthe is in de provisie van het schoolmeester Ampt, desen onmundigen Soon oock gepiets de provisie der voorz. Vicarie; te meer omdat deselve aen hem wel bestadet sal sijn, en dat hy van s´Moeders zyde oock is verwant aen de Familie der Twillers, uyt welcke recht van collatie is spruytende. Dit doende; etc. In margine stont geapostilleert: ´t Hof accordeert Richart Carolinus, dat hy naer exspiratie vant Jaer 1680. van het genot van d´ aengetogene Vicarie sal jouisseren, in vail den voorigen Vicaris Hermanus van Holthe, alsdan continueert in de bedieninge van het Schoolmeesters Ampt. Actum t´ Arnhem den 17 January 1680. Geteeckent: O.Engelen, etc. etc. ([Schrassert] pag. 551). - 9-7-1693: Van Leijden Richard Carolinus, student, bij Duijsterman (zijn oom) in de Brugstraat (Lidmatenboek Harderwijk). - -4-2-1711: Aeltje van Apeldoorn, wed. Carolinus ([REC] inv. nr. 151, fol. 3). - 4-2-1711: Johannes Carolinus mede namens zijn broeder Carel Carolinus, en Geertruyd Carolinus, als gem. van haar man Haico Beckering, Aeltje van Apeldoorn, wed. Carolinus, Gothofredus Duystermarsch, Dirck Dyck, nom. Ux. neffens Anthony van Soeren, nom. ux. Geertruyd Carolinus, samen mede erfgenamen van wijlen Catharina Carolinus in leven huisvrouw van Gerrit Click, machtigen Jan Dyck om het erfhuis van voors. Catharina Carolinus te verborgen ([REC] inv. nr. 151, fol. 3). - 8-8-1711: Carolus Carolinus, pred. in t Herenveen, Geertruyd Carolinus, huisvrouw van Haico Beckeringh, Aeltje Apeldoorn, wed. Carolinus, Dirck Dyck, Anthony van Suyren, erfgenamen van wijlen Catharina Carolinus in leven, huisvrouw van Gerrit Klick machtigen de heer Johannes Carolinus, pred. op het Hoge Sant om de obligaties uit de boedel van Catharina Carolinus te verkopen ([REC] inv. nr. 151, fol. 10). - 19-9-1714: Aeltje Apeldorn, wed. van Ds. Richarden Carolinus in leven pred. tot Voorthuysen bekent dat zij wegens haar portie in de nalatenschap van Ryckje Parck met deszelfs weduwnaar de heer Joan Luyten een contract had gesloten tot afkoop van haar portie 210 gl. ([REC] inv. nr. 151, fol. 45). - 2-10-1708: Aeltje Jans, wed. Do. Carolinus in leven pastoor tot Voorthuysen, geass. met Godefrid Duystermersch (theol. cand.), haar gekoren momber, draagt een huis op de Smeepoorterbrinck voor 250 gl. op aan Reynt Aartsen Coning en Gijsbertje Jans van Roermunde, echtelieden (Recognitieboeken Harderwijk, nr. 151, 1711-1733, fol. 287vso).
Hendrik nam de klerkfunctie over van zijn broer Wouter nadat die werd benoemd tot Gouverneur van Nieuw Nederland. Ook Hendrik genoot de privileges die zijn oom Kilean van Rensselaer hem toekende. (zie de Renselaer Bowier manuscripts pg 271)
..
gem Nijkerk dhr van Dooren. Hendrik was ook klerk op het West_indie huis (net als Wouter) Maakte in 1640 en 1641 reizen naar Hamburg om voor Wolter van Hennekeler Wulphertszoon en Gerrit van Mehen, groothandelaars in slachtvee, ossen te kopen
Grietje woonde lange tijd bij haar oom Kiliaen van Rensselaer en tante Marrietje in Amsterdam.
VVG Publicatie 27, huwelijksdispensatien in Gelderland 1617 - 1775
H. 1655- 5-10. Johan van Renseler koopman te Amsterdam, en Elisabeth van Twiller, zijn vaders zuster dochter. (L. 1655-10-27, dan reeds getrouwd) (Nijkerk)
Gelders Archief toeg 0529 Huis Vanaburg en Oldenaller, de Wullenhoef
inv 112: Eigendomsbewijs voor Henrick van Essen en zijn vrouw van gedeelten van de Noordercamp bij Luxool, afkomstig van Johan van Renseler en diens vrouw Elisabeth van Twyler c.s., 1660. 1 charter
2e patroon Rensselaerswyk
- 27-10-1655: Op het verzoek om dispensatie van J. van Renseler, reeds getrouwd zijnde met zijn vaders zustersdochter en om ontheffing van de boete, waartoe hij deswege bij sententie van het Veluwse landgericht was gecondemncerd, verleent de Landdag, onder handhaving der boete, de verzochte dispensatie ([GA] Landdagreces 27 Oct. 1655).
VVG genealogie fragmenten
Nella Maria van Renselaer, j.d. v. Nijkerk 1685, overl. v18-4-1729, otr. Nijkerk (eerste afkondiging) (met attest. vertr. n. Amsterdam 18-11-1685)/Amsterdam 17-11-1685 01-11-1685, tr. dec. 1685 Johan Peters de Swart, geb. Bremen, j.m. koopman te Amsterdam 1685, suikerbakker i/h huis ‘In die Stadt Solingen’ i/d Warmoesstraat te Amsterdam 1691, overl. tussen juli 1704 en 17-6-1710.
- 1681: Nella Maria van Rensselaer is mede-eigenaar v/e graf i/d kerk te Nijkerk ([NL] kol. 203 (1949): G.S.V. 22 Juni 1681 en 11 Juni 1686 (Nijkerk)).
- 4-3-1688: Zij wordt beleend met het goed Rensselaer ([NL] kol. 203 (1949): Protocol van testamenten enz. van Nijkerk 1733-1770 (Inv. no. 86O), blz. 151. Archief Gelderse Rekenkamer Inv. no. 1561, fol. 41vso. Zij bezwaarde als weduwe dit leen voor een schuld op 12 Sept. 1727 (bron a.v. fol. 256)).
- 16-12-1702: Zij wordt beleend met het Eltense leengoed half Klein Overhorst ([NL] kol. 203 (1949): Archief Gelderse Rekenkamer Inv. no. 1561, fol. 114, Vergel. fol. 47vso).
- 6-6-1710: Nijkerk; Nella Maria van Renselaer, wed. van Johan de Swart ter eenre, tegen Sijbert van Backenes ende Gerrit Meijnten, kermeesters in der tijt te Nijkerk, verw. ter andere sijde dat zij niet de aanlegers stoel in de kerck hebben mogen versetten. TGericht quade aenspraeck ([GA SIGN] inv. nr. 339, fol. 76vso).
- 12-10-1710: Op requeste van Geertruijt van Rijs, Sijbert van Backenes ende Gerrit Meijnten, beijde in qualiteijt als kerckmeesteren Jacob Henricksen van Noort en Paulus Jelissenals voornaamste geinteresseerdens bij gootlegginge door Nella Maria van Renselaer, wed. van Johan de Swart ende Andrea van Hennekeler, wed. van Jan Rengers gedaen, versoeckende dat twee heeren gecommitteert om voulaire inspectie van die voors. gootleggingete kennen ende alsdaer naer bevindinge van de saecke t´ordonneren. TGericht oculaire inspecie genomen hebbende over de goot, ordonneert Nella Maria van Rensseler, wed. van wijlen Johan de Swart ende Andrea van Hennekeler, wed. van Jan Rengers, zal. om haer respective gooten binnen 14 dagen zo te leggen dat het water zijn cours can ende mach nemen.. Scholt Derck Dibbets wordt gemachtigd op een en ander toe te zien. Nijkerck den 12 Junii 1710 ([GA SIGN] inv. nr. 334, fol. 125vso).
- 19-6-1714: Nijkerk; In saecke van Nella Maria van Renseler wed. van Jan de Swart ter ene, ende Aelt Otten Collert ende Wolterus van Rijs, kerkmeesters, verw. ter andere dat zij niet mocht en afslaan de laten van de stoel door de aanl. door uitgesmeten en sonder toestemming gebruikt door de vrouw van scholtis Dibbets, schade 400 gl. Gedaen een quade aenspraeck ([GA SIGN] inv. nr. 340, fol. 16vso).
- 19-6-1714: Nijkerk; TGericht gehoort d´aenspraeck van Nella Maria van Renseler, wed van Jan de Swart geassisteert als apud acta tegen Eijbert van Rouwenburch tegenwoordige eijgenaar van huis en hof ende schuur gecoft van Jan Meeuwen, om te horen verklaren dat het verw. niet zou hebben vrijgestaan om op 16 maart l.l. des aenleggers pranketsel op haer eijgen gront geset en met gewelt aen stucken geslagen en in de lente een regnton te dicht aan haar goot te laten setten. Gedaan een quade aenspraeck ([GA SIGN] inv. nr. 340, fol. 17).
- 5-6-1715: Nijkerk; Declaratie van Aelt Otten Collert ende Wouterus van Rijs, als kerkmeesters daertgen gedaene diminutie van Nella Maria van Renseler, wed. van Johan de Swart. TGericht stelt kosten op 20 gl. 4 st. ([GA SIGN] inv. nr. 340, fol. 74).
- 5-6-1715: Declaratie van Eijbert van Rouwenburch tegen diminutie van Nella Maria van Renseler, wed. van Johan de Swart. TGericht stelt kosten vast op 18 gl. 2 st. ([GA SIGN] inv. nr. 340, fol. 74).
- 18-5-1688: Nijkerk; Besaet en onbesaet van Jan Edelman tegen Jan de Swart noe ux. Nella Marija van Renselaer als erffgenamen van haer broeder Kiliaen van Renselaer om betaling te hebben van 18 gl 17 st. procederende van verteringe door Kliaen van Renselaer ten huijse van den arestant gedaen en van gehaelde wijn en bier. TGericht verstaet dat er een goed besaet is gedaen ([GA SIGN] inv. nr. 334, fol. 184).
- 13-5-1709: Barneveld; Jan de Swart als eigenaar voor de helft van erf en goed genaamd Cleijn Overhorst in ampt Barnevelt, kerspel Voorthuijsen tegen Reijer Jacobsen, verw., waermede de Welgeb. Vrouwe Anna Elisabeth van Deelen, douariere ende boedelhoudersche van den oock Welgeb. Heer Jacob Johan van Delen toe Laer, Lent ende Vanevelt ende de wed. ende boedelhoudster van Aert Everts sich sijn voegende off voor so veel nodich voor den selven intervenierende als in acte. TGericht rejecteert de geproponeerde exceptie en ordonneert partijen verder te procederen ([GA SIGN] inv. nr. 339, fol. 10).
- mei 1709: Barneveld; Jan de Swart als eigenaar van half Cleijn Overhorst tegen Reijer Jacobsen, etc. TGericht vindt zaak niet geschikt om te behandelen ([GA SIGN] inv. nr. 339, fol. 12).
- mei 1709: Barneveld; Jan de Swart tegen Wouter Gerritsen Noijen wordt wort in staet gehouden tot uijtdracht van de saecke tussen Jan de Swart en Reijer Jacobsen ([GA SIGN] inv. nr. 339, fol. 12vso).
van Amsterdam
Jeremias ws de laatste mannelijk Rensselaer. Bij zijn overlijden liet hij al zijn bezittingen na aan zijn vrouw en daarna zijn familieleden in Amerika aangezien hij van mening was dat er geen erfgenamen meer in Nederland waren. Hij wist blijkbaar niet dat de kinderen van Jan Bowier en Johanna Jacoba van Rensselaer, bij Koninklijk besluit, de naam "van Holland Rensselaer Bowier" mochten voeren.
3e patroon 1e Lord(als genatruraliseerd Engelsman) DNL 1949 kol 203
Directeur Renssalaerwyck
Wonend te Watervliet NY
Het huwelijk bleef kinderloos
tr. 1685 Anna van Rensselaer, geb. 1665, overl. 1715, dr. van Jeremias van Rensselaer, directeur Rensselaerswyck 1658, en Maria van Cortland, tijdelijk beheerder Rensselaerwyck samen met haar broer Stephanus na dood van haar man, na de komst van Nicolaes van Rensselaer penningmeester Rensselaerswyck. Zij hertr. William Nicoll.
- 1685: genaturaliseerd tot Engelsman.
- 10-6-1686: Nijkerk; Declaratie van costen geexamineert van Killiaen van Renselaer ende Nella Maria van Renseler, ter ene en tegen Richart van Blanckenhoeff, mede als volm van zijn zuster en broeders ([GA SIGN] inv. nr. 334, fol. 12).
correspondence of Maria van Rensselaer, blz 180/181
Teunis van Rensselaer, ged. Nijkerk 23-08-1657, overl. jong. Vergel. het register van overlijden en begraven te Nijkerk (Inv. no. 1147): 25 Dec. 1660 “een kindt van Johan wan Renseler” en 7 Aug. 1664 “een kindt van Elysabet van Twiller” (NL kol. 203 (1949)).
Hillegonda van Renseler, ged. Nijkerk 06-02-1659, overl. jong. Vergel. het register van overlijden en begraven te Nijkerk (Inv. no. 1147): 25 Dec. 1660 “een kindt van Johan wan Renseler” en 7 Aug. 1664 “een kindt van Elysabet van Twiller” (NL kol. 203 (1949)).
Richardus van Rensselaer, ged. Nijkerk 22-11-1660, overl. jong. Vergel. het register van overlijden en begraven te Nijkerk (Inv. no. 1147): 25 Dec. 1660 “een kindt van Johan wan Renseler” en 7 Aug. 1664 “een kindt van Elysabet van Twiller” (NL kol. 203 (1949))
Jan volgde zijn broer enkele jaren naar New Nederland door bemiddeling van zijn oom Kilian werd hij aangesteld als Gecommitteerde.
Jan (Johan, Johannes) van Twiller Referred to by Jeremias van Rensselaer as Neeff Jan van Twiller (cousin Jan van Twiller). He was probably a younger brother of Wouter van Twiller, or perhaps, of Aert Goossens van Twiller, who on July 26, 1663, executed in the colony a power of attorney to Mr. Peel van Hennedela (Peel van Hennekeler), schout at Nieukerck, to demand of his brother in law Aert Janz, shoemaker at Nieukerck, an accounting of the estate of his deceased father Goosen van Twiller and his mother Enneken. Jan van Twiller was one of the Gecommitteerden (commissioners) in the colony in 1649, and at that time boarded with van Slichtenhorst. From July 24, 1652, to July 24, 1657, he held the office of Raedts persoon (councilor), at an annual salary of f50. He probably left the colony in 1657.
http://vanhoesen.blogspot.com/
Munsell Albany Anals Vol 4 In Bevereijck were Johannes van Twiller, merchant, from 1643 until 1663 and Aert Goossens van Twillert from 1661 until 1684
Na zijn terugkeer in Nijkerk werd Jan in 1668 opgenomen in het college van regenten van het weeshuis. Hij volgde daarmee zijn vader Rijckert op.
Aantekening in Kerkboek Nijkerk.
3-october-1697, Beide met attestatie naar Hoevelaken vertrokken.
Blanckenhoef is een weg van Zwartebroek naan Terschuur
https://www.google.nl/maps/@52.1792369,5.5143654,17.96z